Executieve functies | Controleprocessen waardoor personen hun prestaties kunnen optimaliseren in situaties die de werking en coördinatie van basale cognitieve processen vereisen |
FAS-test | Test van vloeiende spraak waarbij proefpersonen binnen een bepaalde tijd woorden moeten noemen die beginnen met een bepaalde letter |
Strooptest | Responsconflict bij het noemen van de inktkleur van een geschreven kleur |
Go/No-Go-test | Test van responsinhibitie waarbij proefpersonen moeten reageren op een frequente stimulus (go) maar juist niet op een andere stimulus (no-go) |
Impulsiviteit | Gedragsneiging om onmiddellijk te reageren of te streven naar onmiddellijke beloning |
Wisconsin Card Sorting Test | Test van executieve functies voor het afleiden en gebruik van regels |
Perseveratie | Onvermogen om te stoppen met een eerdere respons |
Taakwisseling | Het loslaten van een eerder schema en inschakelen van een nieuw schema |
Wisselkosten | Reactie vertraging door het loslaten van een voorgaand schema en inschakelen van een nieuw schema |
Multitasking | Het uitvoeren van meerdere taken achter elkaar. Vereist taakwisseling en het vasthouden van toekomstige doelen, terwijl aan huidige doelen wordt gewerkt |
Omkeringsleren | Leren dat een voorheen beloonde stimulus of respons niet meer wordt beloond |
Somatic Marker-hypothese | Hypothese dat emotionele en lichaamstoestanden die worden geassocieerd met eerder gedrag, beslissingen beïnvloeden |
Iowa Gambling Task | Taak waarbij deelnemers moeten leren riskante keuzen te vermijden ten gunste van minder riskante keuzen |
Sociopathie | Antisociale persoonlijkheidsstoornis |
Delay discounting (of temporal discounting) | Verschijnsel dat toekomstige beloningen minder subjectieve waarde hebben dan dezelfde beloningen nu |
Multiple-demand network | Aantal breingebieden in laterale prefrontale en pariëtaalkwabben, geactiveerd door een reeks taken, ten opzichte van een controleconditie |
Neuro-economie | Gebruik van neurowetenschappelijke methoden en theorieën om economische
beslissingen te verklaren |
Ultimatumspel | Spel waarbij een speler het opdelen van geld voorstelt en een ander akkoord gaat (en zijn aandeel krijgt) of weigert (en beide spelers niets krijgen) |
Fluïde intelligentie | e Flexibel denken en probleemoplossen in nieuwe situaties, onafhankelijk van bestaande kennis |
Gekristalliseerde intelligentie | Het vermogen om eerder opgedane expertise en kennis te gebruiken |
Monitoren | Het proces waardoor onthouden informatie in verband wordt gebracht met de vereisten van een taak |
Volgehouden aandacht | Vasthouden van taakgerichtheid gedurende langere tijd |
Foutgerelateerde negativiteit | ERP-component bij EEG die wordt waargenomen op de hoofdhuid als een fout wordt gemaakt |