SEARCH
You are in browse mode. You must login to use MEMORY

   Log in to start

level: Level 1

Questions and Answers List

level questions: Level 1

QuestionAnswer
Definieer wilsontbrekenBij wilsontbreken is er sprake van geen wil die overeenkomt met de verklaring.
Definieer wilsgebrekenBij wilsgebreken is er sprake van een wil en een verklaring, maar de wil is gebrekkig tot stand gekomen.
Noem de wilsgebrekenDwaling, bedrog, misbruik van omstandigheden en bedreiging.
Noem de wilsontbrekenOneigenlijke dwaling en gestoorde geestesvermogens.
Waarom zijn de gronden van dwaling beperkt?Om de contractsvrijheid en partij-autonomie te bevorderen en te beschermen.
Noem de vereisten van art. 6:228 BW1. Onjuiste voorstelling van zaken of omstandigheden (hierbij moet het gaan om een essentiële eigenschap die van cruciaal belang is voor de ovk) 2. Causaal verband tussen die onjuiste voorstelling en het sluiten van de ovk (indien je dit wist, had je dan de ovk gesloten?) 3. Kenbaarheid voor de wederpartij (wederpartij moet weten waar de koper specifiek naar keek, kenbaarheidsvereiste?) 4. Sub a, b of c
Art. 6:228 lid 1 sub a BWHR Booy/Wisman Niet iedere mededeling is onjuist (mooiste, goedkoopste. etc.) Mening is ook geen verkeerde inlichting Kijk goed naar mededeling en onderzoek Verwijtbaarheid van mededeling is niet relevant
Art. 6:228 lid 1 sub b BWZwijgen waar men had behoren te spreken (HR Geest/Nederlof) Mededeling mag worden aangenomen, indien (cumulatief, criteria): - Wederpartij is op de hoogte van bepaalde feiten - Wederpartij weet of behoort te weten dat het punt in kwestie voor de dwalende van belang is voor het sluiten ovk (kenbaarheidsvereiste) - Wederpartij moet er rekening mee houden dat een ander dwaalt - Wederpartij had naar maatschappelijke opvattingen de dwaalende behoren in te lichten
Art. 6:228 lid 1 sub c BWTwee partijen dwalen omdat ze beiden van de verkeerde feiten zijn uitgegaan (HR Kantharos/Stevensweert).
Art. 6:228 lid 2 BWDe dwalende heeft ook een onderzoeksplicht en je kan niet een beroep op dwalen doen, indien het gaat over een toekomstige omstandigheid. Dat vloeit voort uit dit artikel.
HR Bunde/ErckensIndien partijen die een overeenkomst wensen te sluiten, daarin een voor misverstand vatbare uitdrukking bezigen, die zij elk in verschillende zin hebben opgevat, hangt het antwoord op de vraag, of al dan niet een overeenkomst tot stand is gekomen, in beginsel af van wat beide partijen over en weer hebben verklaard en uit elkaars verklaringen en gedragingen, overeenkomstig de zin die zij daaraan in de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mochten toekennen, hebben afgeleid (HR Haviltex).
HR Offringa/VinckOffringa heeft zijn onderzoeksplicht verzaakt. Dit maak het echter niet onmogelijk om zich op dwaling te kunnen beroepen. Vinck had namelijk nog altijd een mededelingsplicht. De mededelingsplicht telt in dit geval zwaarder dan de onderzoeksplicht.
HR Booy/WismanIndien een koper bij het sluiten van de koopovereenkomst van een onjuiste voorstelling van zaken uitgaat wegens een mededeling van de verkoper, zal een beroep op dwaling in beginsel altijd slagen (art. 6:228 lid 1 BW). Het enkele feit dat het een toekomstige omstandigheid betreft hoeft een succesvol beroep op dwaling niet in de weg te staan, belangrijk hierbij is om altijd naar de omstandigheden van de casus te kijken. (Kraan kopen)
HR Gerards/VijverbergEr is aangenomen door het hof dat de kilometerstand essentieel is voor de koop van een auto. Ook wordt door de verkoper hetzij uitdrukkelijk hetzij stilzwijgend gegarandeerd dat de hoogte van de kilometerstand klopt en dat deze stand overeenkomt met de werkelijk gereden kilometers. De HR oordeelde daarom dat o.g.v. de redelijkheid en billijkheid ex. art. 6:248 BW een beroep op dwaling niet kan worden verhinderd door een exoneratiebeding in de koopovereenkomst.
HR Van Geest/NederlofBij het te kwader trouw verzaken in de mededelingsplicht kan een verzaken in de onderzoeksplicht van de wederpartij in beginsel geen beroep op dwaling en vernietiging van de ovk uitsluiten. ( Auto verkocht na ongeval)
Bedrog (art. 3:44 lid 3 BW)Er moet sprake zijn van opzet met betrekking tot het bedrog - Opzettelijk onjuist mededelen - Opzettelijk verzwijgen - Of een andere kunstgreep Er moet een causaal verband bestaan tussen het sluiten van de ovk en het bedrog
Bedreiging (art. 3:44 lid 2 BW)Er moet sprake zijn van bedreiging van enig nadeel in persoon of goed (of derde, kring is niet ruim) Er moet een causaal verband bestaan tussen de bedreiging en het sluiten van de overeenkomst De bedreiging moet onrechtmatig zijn of leiden tot iets onrechtmatigs Er moet voldaan zijn aan de objectiveringseis (de bedreiging moet zodanig zijn, dat ieder redelijk oordelend mens daardoor beïnvloed zou worden)
Misbruik van omstandigheden (art. 3:44 lid 4 BW)Er moet sprake zijn van een bijzondere omstandigheid waar misbruik van is gemaakt Er moet een causaal verband bestaan tussen het misbruik en het sluiten van de overeenkomst Het misbruik moet kenbaar zijn geweest voor de tegenpartij