SEARCH
You are in browse mode. You must login to use MEMORY

   Log in to start

level: Level 1

Questions and Answers List

level questions: Level 1

QuestionAnswer
de reisle voyage
het landle pays
de familiela famille
in het begin, eerstau début
daarnaensuite
armpauvre
verloin
het weerberichtla météo
ik geloofje crois
ik neem, ik pakje prends
ik ben bangj'ai peur
blijvenrester
aankomenarriver
het is koudil fait froid
het is slecht weeril fair mauvais
het heeft geregendil a plus
het regentil peut
de weer, de tijdle temps
met wie?avec qui?
met mijn ouders en mijn broeravec mes parents et mon frère
was het mooi weer?il a fait beau?
Ja, het was warm. Het was 28 graden.Oui, il a fait chaud. Il a fait 28 degrés.
de jongerele/la jeune
de ontdekkingla découverte
naar/in Spanjeen Espagne
in/naar Engelanden Angleterre
in/naar Nederlandaux Pays-Bas
in/naar Belgiëen Belgique
Hoe gaat het met je?Comment vas-tu?
Het gaat goed!Ça va bien!
Niet slechtPas mal
Heb je een leuke vakantie gehad?Tu as passé de bonnes vacances?
Ja, het was super!Oui, c'était super!
Waar ben je naartoe geweest?Tu as été où?
Ik ben met de auto geweest naar ItaliëJ'ai été en Italie en voiture