SEARCH
You are in browse mode. You must login to use MEMORY

   Log in to start

level: Level 1 of Week 3: Staatsrecht

Questions and Answers List

level questions: Level 1 of Week 3: Staatsrecht

QuestionAnswer
Wat zijn de bronnen van het Staatsrecht?- Grondwet; - Verdrag; - Statuut; - Jurisprudentie; - Gewoonte.
Welke rechten heeft de volksvertegenwoordiging?- Budgetrecht (art. 105 lid 1 GW) - Recht om moties in te dienen - Interpellatierecht - Enquêterecht
Wat zijn de kenmerken om van een staat te spreken?1. Macht en gezag; 2. Overheid; 3. Volk; 4. Grondgebied; 5. Organisatorisch verband.
Wat is een Regiem?= Staatsmodel - Gefundeerd in een specifieke regeermethode; - De vorm waarmee de politiek gestalte krijgt; - Vertegenwoordigt een systeem van basiswaarden en -normen.
Wat zijn de verschillende regiems?1. Oligarchie (kleine groep invloedrijke regeren het land); 2. Aristocratie (de 'beste' regeren); 3. Democratie (volk regeert door via volksvertegenwoordiging); 4. Tirannie (brute manier van machtsuitoefening/ onvrij en ongelijk land); 5. Theocratie (zaken van staat en kerk zijn vermengt); 6. Totalitarisme (staat wordt op ideologische wijze georganiseerd).
Noem de drie metabeginselen en hun invloed.1) Liberté: vrijheid binnen de grenzen van de wet; 2) Égalité: gelijkheid van alle burgers van de wet; 3) Fraternité: broederschap/ solidariteit. Dit zijn de voorwaarden voor een maatschappelijke eenheid in een democratische rechtsorde, maar veroorzaken ook verdeeldheid.
Wat zijn de drie grondregels van de democratie?1. Het volk kiest zijn eigen leider(s); 2. Die bestuurders gaan weg wanneer de volksvertegenwoordiging dat wil; 3. Ministers zijn volledig de baas (en verantwoordelijk) over hun ambtenaren.
Noem vier kenmerken van de rechtsstaat.1. Primaat van de wet: legaliteitsbeginsel (staat is gebonden aan het recht); 2. Scheiding der machten; 3. Gebondenheid aan de grondrechten; 4. Controle op het naleven van hoger recht door de rechter.
Wat regelt het staatsrecht?1. De organisatie van de overheid, 2. De bevoegdheden van de verschillende overheidsorganen, 3. De relatie overheid - burgers.
Wat zijn de bronnen van het Staatsrecht?- Grondwet; - Verdrag; - Statuut; - Jurisprudentie; - Gewoonte.
Wat is de definitie van een staat?Macht en gezag uitgeoefend door een overheid over een bepaalde gemeenschap van mensen op een bepaald grondgebied in organisatorisch verband.
Noem drie verschillende staatsvormen.1. Statenbond/confederatie: Een naar buiten als eenheid optredend verband van soevereine staten. 2. Bondstaat/federatie: Soevereine staat is samengesteld uit deelstaten, federale GW verdeeld bevoegdheden tussen centraal en deel (meerdere constituties). 3. Eenheidsstaat: één constitutie, decentralisatie is wel mogelijk.
Noem drie regeringsvormen.1. Presidentieel stelsel: president en parlement wordt gekozen, president kiest parlement met ministers, geen ministeriële verantwoordelijkheid, parlement = wetgevende macht. 2. Parlementair stelsel: parlement wordt gekozen, ministeriële verantwoordelijkheid, wetgevende macht = parlement + regering. 3. Conventioneel stelsel: ministers worden gekozen uit volksvertegenwoordiging, ministeriële verantwoordelijkheid.
Wat zijn de twee kiesstelsels?1. Districtenstelsel: meerderheid in een district. 2. Evenredige vertegenwoordiging: iedere partij wordt naar evenredigheid vertegenwoordigd.
Noem argumenten voor en tegen het toetsingsverbod van art. 120 GW.Voor: 1) democratieargument, 2) rechtszekerheidsargument, 3) trias-argument. Tegen: 1) veranderende houding ten opzichte van de wet (legistisch naar natuurrecht), 2) primaat van grondrechten, 3) slechte wetgeving noopt tot toetsing.
Wat zijn de drie manieren waarop men gezag kan legitimeren?1. Charismatisch gezag (geen vorm van organisatie, louter overtuigingskracht van de eigen persoonlijkheid); 2. Traditioneel gezag (heiligheid van de traditie, gehoorzaamheid is gebaseerd op persoonlijke loyaliteit); 3. Legaal-rationeel gezag (bureaucratie, berust of formeel uitgevaardigde regels en statuten).
Wat is het verschil tussen een directe en een indirecte democratie?- Indirect: het volk kan zijn wil enkel geldend maken door middel van vertegenwoordigers. - Direct: betrokkenen kunnen direct, dus zonder tussenpersoon, het regeringsbeleid beïnvloeden.
Wat zijn de functies van een politieke partij?1. Ontmoetingsplaats voor gelijkgestemde; 2. Politieke vorming en bewustwording van hun leden; 3. Politiek programma verwezenlijkt; 4. Leveren bestuurders en volksvertegenwoordigers.
Welke rechten heeft de volksvertegenwoordiging?- Budgetrecht (art. 105 lid 1 GW) - Recht om moties in te dienen - Interpellatierecht - Enquêterecht
Wat zijn de vijf beginselen van een rechtsstaat?1. Legaliteitsbeginsel; 2. Staat is gebonden aan grondrechten; 3. Constitutionalisme; 4. Rigide grondwet/constitutie; 5. Rechterlijke controle.