SEARCH
You are in browse mode. You must login to use MEMORY

   Log in to start

level: 1.6 Spieren en beweging

Questions and Answers List

level questions: 1.6 Spieren en beweging

QuestionAnswer
glad spierweefselspierweefsel in de wand van buisvormige of holle organen dat wordt aangestuurd door het autonome zenuwstelsel en dat bestaat uit langwerpige spiercellen met elk een celkern
spierspanninglichte kracht die een spier uitoefent op de aanhechtingsplaatsen van de pezen doordat elk motorisch neuron zo nu en dan een impuls geleidt waardoor de aangesloten motorische eenheid samentrekt
langzame spiervezelsspiervezels die goed doorbloed zijn en daarom ook rode spiervezels worden genoemd; bevatten veel mitochondriën en raken niet snel vermoeid
duurtrainingtraining op uithoudingsvermogen; hierdoor neemt vooral de doorbloeding van de spieren toe
spierspoeltjeszintuigcellen in de spieren die de spierspanning meten; geven informatie over de uitrekking van een spiervezel aan het centrale zenuwstelsel
krachttrainingtraining waardoor de spieren meer spiercellen krijgen; het aantal filamenten in de myofibrillen neemt toe, waardoor de spieren zwaarder worden
warming-uprustig begin van een training die steeds intensiever wordt, zodat de bloedsomloop en stofwisselingsprocessen worden gestimuleerd
spiervezelsdelen van een spier die zijn ontstaan door versmelting van vele spiercellen
cooling downactiviteiten die ervoor zorgen dat het lichaam na het sporten weer tot rust komt, zich goed kan herstellen en die de afvoer van afvalstoffen uit de spieren bevorderen
actinedunne filamenten in een myofibril (spierfibril)
uithoudingsvermogenwordt getraind bij duurtraining; de doorbloeding van de spieren neemt toe, maar ze worden niet zwaarder
dopingmiddelen en methoden die de sportieve prestaties van een sporter bevorderen
tonuslichte kracht die een spier uitoefent op de aanhechtingsplaatsen van de pezen doordat elk motorisch neuron zo nu en dan een impuls geleidt waardoor de aangesloten motorische eenheid samentrekt
antagonistenspieren waarvan de contractie een tegengesteld effect heeft
spiercellenvormen spierweefsel; versmelten bij dwarsgestreept spierweefsel met elkaar, waardoor spiervezels met veel cellen ontstaan
peesspoeltjesmeten de spierspanning en beschermen de spieren tegen schade door de spiercontractie iets te dempen of juist te versterken
pezenbindweefsel aan de uiteinden van een skeletspier waarmee ze zijn bevestigd aan het skelet
snelle spiervezelsspiervezels die minder doorbloed zijn en daarom ook witte spiervezels worden genoemd; bevatten minder mitochondriën en raken sneller vermoeid
myosinedikke filamenten in een myofibril (spierfibril)
dwarsgestreept spierweefselspierweefsel met een dwarse streping dat vooral in skeletspieren voorkomt en dat wordt aangestuurd door het animale zenuwstelsel