8 Anfy/path lever en nieren
🇳🇱
In Dutch
In Dutch
Practice Known Questions
Stay up to date with your due questions
Complete 5 questions to enable practice
Exams
Exam: Test your skills
Test your skills in exam mode
Learn New Questions
Manual Mode [BETA]
Select your own question and answer types
Specific modes
Learn with flashcards
Listening & SpellingSpelling: Type what you hear
multiple choiceMultiple choice mode
SpeakingAnswer with voice
Speaking & ListeningPractice pronunciation
TypingTyping only mode
8 Anfy/path lever en nieren - Leaderboard
8 Anfy/path lever en nieren - Details
Levels:
Questions:
66 questions
🇳🇱 | 🇳🇱 |
Hoe is de lever opgebouwd? (microscopisch) | - zeer groot aantal, meestal zeshoekige leverlobjes (diameter +/- 1,5 mm) - deze zijn ieder omgeven door een bindweefselkapseltje - Tussen de leverlobjes bevinden zich 'driehoekjes van Kierman' hierin bevinden zich aftakkingen van de poortader (vena portae), de leverslagader (arteria hepatica) en de galgang - het grondpatroon van een leverlobje wordt gevormd door de ongeveer zeshoekige leverparenchymcellen, de hepatocyten - de platen zijn gescheiden door holten waar zich de sinusoïden bevinden - sinusoïden vormen een netwerk van bloedruimten en ze zijn te beschouwen als de capillaire eindvertakkingen van de arteria hepatica en de vena portae, in deze sinsuoïden kan het bloed vrij stromen |
Hoe is de lever opgebouwd? (macroscopisch) | - grote rechterkwab - kleine linkerkwab - ligamentum falciforme (sikkelvormig ligament) deze is aan de buikwand bevestigd, bevindt zich aan de bovenzijde en voor-onderzijde - ligemtentum teres (ronde ligament) is verbonden met de navel en bevindt zich aan de onderzijde - leverhilus (leverpoort) bevindt zich aan de onderzijde waar de vena portae en arteria hepatica de lever binnen komen en de ductus hepaticus de lever verlaat. - de drie venae hepatica verlaten de lever aan de boven-achterzijde, waar ze uitmonden in de vena cava inferior. - de roodbruin gekleurde lever wordt omgeven door een glad en glanzend kapsel |
Welke vaten zorgen voor bloedvoorziening van de lever? | Aanvoerend: - V. portae - A. hepatica (zuurstofrijk) Afvoerend: Bloed verzamelt zich in de lever in de centrale lobulaire venen: - V. hepatica Deze mond uit in de - Vena cava inferior |
Waar in ons lichaam bevindt zich de lever? | - ligt vrijwel geheel intraperitoneaal - Grootste inwendige orgaan - Ligt in de rechter bovenbuik onder het diafragma - Een roodbruine kleur - Gewicht van 1200-1500 gram |
Wat is de functie van de vena porta/poortader | - Het veneuze bloed vanuit de buikorganen komt via de poortader in de lever - Vervoer van voedingsstoffen uit de darmen - Hier komt het opnieuw in een capillair systeem dat van de lever - Belangrijk gegeven bij orale toediening medicatie: first-pass effect |
Welke functies heeft de lever? | - Reguleren van de bloedconcentratie van de opgenomen voedingsstoffen - Opslag voor voedingsstoffen (glycogeen) (door insuline) - Proteïne vorming albumine/niet essentiële aminozuren - Koolhydraten metabolisme (glyconeogenese) - Galvorming - Opslag vitamine (A, D, E, K, B12) (in vetoplosbare vitamine) - Synthese stollingsfactoren (fibrinogeen, 2, 7, 9, 10) - Ontgiftende werking (detoxicatie) - Elimineren stofwisselingsprodecten (NH3(amoniak -> ureum), bilirubine, hormonen) |
Wat zijn de functie hoofdgroepen van de lever? | Vasculaire functie: - Bloeddepot (in de lever 0,5 liter kan bij stuwing oplopen naar 1,5 liter) - Erythropoiësis) Secretoire functie: - De productie en afscheiding (secretie) van gal Metabole functie Diversen |
Wat wordt er bedoeld met de metabole functie van de lever? | - Koolhydraatstofwisseling - Eiwitstofwisseling - Vetstofwisseling - Elimineren stofwisselingsproducten |
Hoe werkt het koolhydraat metabolisme van de lever? | - Omzetten fructose en galactose in glucose - Glycogenese: omzetten glucose in glycogeen (door insuline (pancreas – bèta eilandjes van Langerhans)) - Lipogenese: omzetten van glucose in vetten - Glycogenolyse: omzetten glycogeen in glucose (door glucagon (pancreas – alpha eilandjes van Langerhans)) - Gluconeogenese: glucose vormen uit aminozuren en uit vetten (door cortisol (hydrocortison) uit de bijnierschors) |
Wat gebeurt er met het koolhydraatmetabolisme in de lever als we eten? | - Hyperglycaemie - Glucose? Te veel in bloedbaan - Hormoon? Insuline - Wat gebeurt er in de lever? - Glycogenese - Lipogenese |
Wat gebeurt er met het koolhydraatmetabolisme in de lever als we vasten? | - Hypoglycaemie - Glucose? Te weinig in bloedbaan - Hormoon? Glucagon - Wat gebeurt er in de lever? - Glycogenolyse - Gluconeogenese |
Hoe werkt de eiwitstofwisseling van de lever? | Wat zijn essentiële aminozuren? - Een aminozuur dat niet in het lichaam van de mens kan worden gemaakt Desaminering - Afsplitsen aminogroep (NH3) - > ureum - > nier: gedesamineerde molecuul - > omzetten in glucose of vetten Transaminering: - Verplaatsen aminogroepen waardoor andere aminozuren kunnen worden gevormd |
Hoe werkt de vetstofwisseling van de lever? | Voor de normale vetvertering en opname van vetten is de aanwezigheid van gal en pancreassap noodzakelijk - Pancreassap: enzym lipase - Galzouten: hierdoor vetten beter oplosbaar en te verteren |
Hoe werkt het proces van het elimineren van stofwisselingsproducten van de lever? | - NH3 (=amoniak): lever kan amoniak omzetten in ureum (eiwit stofwisseling) (wordt met urine uitgescheiden - Haemaglobine -> (bilirubine) (wordt in de lever gekoppeld aan glucuronzuur) - Afbraak geproduceerde hormonen: inactivering |
Wat zijn de functies van de galblaas? | - de galblaas is een reservoir voor de door de lever geproduceerd gal - gal is een geelgroenige (soms zwarte) vloeistof wat in ingedikte toestand opgeslagen wordt in de galblaas |
Waaruit bestaat gal? | - Galzuren/galzouten - Bilirubine - Steroïdhormonen - Cholesterine - Lecithine - (Medicamenten) Galzuren worden in de vorm van galzouten via de gal uitgescheiden in de dunne darm |
Wat doen galzouten? | Spijsvertering in de darm bij het emulgeren van: - Vetten - Cholesterol - Vet-oplosbare vitaminen In het dunne darmsap, zodat ze beter worden opgenomen in het lichaam |
Wat is bilirubine? | - Afbraak van erytrocyten/haemaglobine - Giftig voor het lichaam - Uitgescheiden via de gal - Verlaat via uitwerpselen/urine het lichaam - Uribilinogeen -> urobiline (via urine/nieren) - Stercobilinogeen -> stercobiline (darmen/ontlasting) - Geelzucht (=icterus): bilirubine niet of niet volledig wordt uitgescheiden |
Waar in ons lichaam bevinden zich de nieren? | Nieren liggen retroperitoneaal - Retro = achter - Peritoneum = buikvlies |
Wat is de functie van de nieren? | - Regulering bloeddruk - regulering vochtbalans - regulering van de mineraalhuishouding (kristalloïd-osmotische druk) - Afval scheiden (o.a. ureum en urinezuur) - uitscheiding lichaamsvreemde stoffen (o.a. medicijnen) - regulering van de pH, zuur/base evenwicht - Hormonen productie (erythropoietin, renine, vitamine D) |
Wat zijn de medische benamingen van: de urineleider, de plasbuis, de blaas en de nier? | - urineleider = ureter - plasbuis = urethra - blaas = vesica urinaria - nier = ren |
Wat wordt er bedoelt met nierschors en welke functies heeft het? | - cortex renalis - deze vrij smalle laag heeft een gespikkeld uiterlijk door de talrijke nierlichaampjes (lichaampjes van Malpighi) |
Wat wordt er bedoelt met niermerg en wat is de functie? | - medulla renalis - dit gedeelte heeft een streperig aspect door met name de talrijke lissen van Henle en de verzamelbuizen. de medulla bestaat uit een aantal (10-20) piramiden, die met hun papillen (waarop de verzamelbuizen uitmonden) uitsteken in de kelken (calices) van het nierbekken. tussen de piramiden liggen gebieden die aanvankelijk tot de cortex behoorden |
Wat wordt er bedoelt met nierbekken en wat is de functie? | - pyelum, pelvis renalis - deze holte is opgebouwd uit een aantal nierkelken. de urine wordt vanuit het nierbekken door de ureter naar de urineblaas vervoerd. |
Waar bevindt zich het kapsel van Bouwman en wat is de functie? | - bevindt zich in de cortex renalis (nierschors) - het is een dubbelwandig zakje dat is opgebouwd uit plaveiselepitheel. in ieder kapsel bevindt zich een kluwen van haarvaten: de glomerulus, die bestaat uit een groot aantal lusvormige arteriële capillairen van het vas afferens (aanvoerend vat). - het vas afferens is een arteriole van de arteria renalis. de arteriole die het bloed uit het kapsel afvoert wordt vas efferens (afvoerend vat) genoemd. - het kapsel van Bouwman vormt met de glomerulus een functionele eenheid. het geheel wordt nierlichaampje (lichaampje van Malpighi) genoemd. de diameter ervan bedraagt ongeveer 0,2 mm |
Waar bevindt zich de Lis van Henle en wat is de functie? | - medulla renalis (niermerg) - dit haarspeldvormige deel van het nefron ligt geheel of grotendeels in de medulla |
Hoe vindt de filtratie plaats in het kapsel van Bouwman? | - tijdens het proces van de ultrafiltratie worden water en kleinmoleculaire stoffen vanuit het bloed in de glomerulus gefiltreerd naar de kapselruimte in het kapsel van Bouwman - deze vloeistof wordt ultrafiltraat (primaire urine, voorurine, pro-urine) genoemd en is isotoon vocht - de samenstelling van het ultrafiltraat is vrijwel gelijk aan de samenstelling van het bloedplasma met uitzondering van de eiwitten (colloïden), die het 'filter' nauwelijks of niet kunnen passeren op grond van hun grote moleculen. voorurine bevat bij gezonde mensen daarom nauwelijks eiwit |
Wat is GFR en hoe werkt het? | - Glomerular filtration rate. - de snelheid van de ultrafiltratie is afhankelijk van enerzijds de stroomsnelheid van het bloed in de nier (de renale flow) en anderzijds de nettofiltratiedruk. de nettofiltratiedruk is een som van vier drukken: 1. bloeddruk, die in de capillairen van de glomerulus ongeveer 6,1 kPa (=46mm Hg) bedraagt; deze is, binnen ruime grenzen, onafhankelijk van de arteriële bloeddruk. als de capillaire bloeddruk om enige reden daalt reageert de nier daarop met vasodilatatie van de vasa afferens (aanvoerende). hierdoor blijft de capillaire druk in de glomerulus (en daarme ultrafiltratie) gegarandeerd. 2. COD (colloïd-osmotische druk) van het bloed; deze werkt de filtratie tegen en is afhankelijk van de eiwitconcentratie van het plasma. de COD van het bloed in de nieren bedraagt ongeveer 3,3 kPa (=25mm Hg) 3. kapseldruk, dit is waterdruk, die door de voorurine wordt uitgeoefend op de wanden van het kapsel van Bouwman, omdat de voorurine door nauwe afvoerbuizen geperst moet worden. de kapseldruk remt daarmee ook de glomerulusfiltratie (ongeveer 1,5kPa=11mm Hg) 4. COD in het kapsel, onder normale omstandigheden is deze verwaarsloosbaar, omdat voorurine vrijwel geen eiwit bevat. - renale flow is 1,2 liter per minuut, m.a.w. ongeveer 650 ml bloedplasma per minuut - GFR is ongeveer 125ml per minuut, dit betekent dat ongeveer 20% van het bloedplasma als ultrafiltraat de bloedbaan verlaat |
Uit welke onderdelen bestaat een nefron? | - Glomerulus: samen met kapsel van Bouwman het nierlichaampje - Proximale tubulus: (ook wel tubulus contortus primus); dit gekronkeld buisvormig gedeelte ligt in de cortex - Lis van Henle: dit haarspeldvormige deel van het nefron ligt geheel of grotendeels in de medulla - Distale tubulus: (ook wel tubulus contortus secundus); gelegen in de cortex - Verzamelbuis: (ductus colligens) gelegen in de medulla |
In welk deel van het buizenstelsel vindt de meeste resorptie plaats? | - 80% in de proximale tubulus - in de proximale tubulus wordt ongeveer 65% van het natrium uit de voorurine teruggeresorbeerd en chloride volgt het natrium. dit percentage is constant en onafhankelijk van de vochtbalans. Door de resorptie van natrium wordt de osmotische waarde van het bloed hoger en die van urine lager. door dit drukverschil volgt water het natrium, zodat ook 65% van het water wordt teruggeresorbeerd - ook glucose wordt in de proximale tubulus geresorbeerd - 6% in de lis van Henle - 14% in de distale tubulus en verzamelbuis |
Wat wordt er niet gefiltreerd in het kapsel van Bowman? | Eiwitten (colloïden) |
Wat is de functie van de lis in Henle? | - in het dalend been van de lis van Henle wordt alleen water geresorbeerd uit de voorurine, waardoor de osmotische waarde van de voorurine in de richting van het buigpunt van de lis van Henle toeneemt - bij het buigpunt is de vloeistof daarom sterk hyperosmotisch - in het stijgende been van de lis van Henle en de distale tubulus wordt juist zout uit de voorurine geresorbeerd, waardoor de urine hypo-osmotisch wordt. |
Hoe vindt de resorptie plaats in de distale tubulus? | - actief proces - geregeld door hormonen: - Aldosteron: afkomstig uit bijnierschors en regelt de NA+ en K+ uitscheiding. het stimuleert de terugresorptie van natrium. bij een te veel aan aldosteron zal het kaloiumgehalte in het bloed daarom dalen, terwijl er bij een hypofunctie van de bijnierschors veel natriumionen en daarmee ook veel chloorionen en water met urine worden uitgescheiden (uitdroging). het kaliumgehalte in het bloed zal dan toenemen. het hormoon aldosteron heeft zo indirect ook invloed op de bloeddruk - parathormoon (parathyroïd hormoon, PTH) wordt geproduceerd in de bijschildkliertjes (glandula parathyroidea). dit hormoon verhoogt het calciumgehalte van het bloed onder andere door bevordering van mobilisatie van calcium vanuit de botten naar het bloed en door de bevordering van de calciumresorptie in de darmen in samenwerking met vitamine D. in de nieren bevordert PTH de terugresorptie van calcium- en magnesiumionen, terwijl ten aanzien van de fosfaationen de excretie wordt gestimuleerd - ADH (antidiuretisch hormoon) regelt de resorptie van de distale tubulus en de verzamelbuis. er dient in totaal in dit gebied per etmaal nog ongeveer 14% van het ultrafiltraat te worden teruggeresorbeerd, dat wil zeggen ongeveer 25 liter. de werking van ADH bestaat hierin dat de permeabiliteit voor water en ureum in voornoemde gebied verhoogd. de productie van ADH wordt geregeld vanuit osmosensoren die zich bevinden in de hypothalamus |
Hoeveel liter filtraat wordt er per dag door de nieren geproduceerd? | - 180 liter ultrafiltraat waarvan ongeveer 99% teruggeresorbeerd wordt |
Hoe wordt de homeostase van water, zout osmolariteit geregeld? bij de nieren | Tubulus functie: - Kwantitatief - Kwalitatief Verstoring volume-osmolariteit door: - Zoutverlies, waterverlies, water drinken, zoutgebruik, drinken fysiologisch zout, verlies water en zout |
Wat als er verstoring is van volume-osmolariteit? | Meting door: - Osmosensoren in hypothalamus - Juxtaglomerulaire cellen in vas afferens nier reageren op verlaging van de bloeddruk Maatregelen: - Hersenschors stimulering dorstgevoel - Via ADH (neurohypofyse) - Via aldosteron (bijnierschors) |
Hoe wordt de homeostase van het pH in het bloed gehouden? | PH buffers in het bloed: Longen: - Koolstofdioxide CO2 (zuur) Nieren: - Bicarbonaat HCO3- (base) acidose/alkalose - pH van bloed van 7,35 tot 7,45 - Hoe dit constant te houden? pH buffers - CO2 +H2O <-> HCO3- + H+ - Acidose = pH <7,35 (zuur), te veel H+ - Alkalose = pH > 7,45 (base) te veel OH- |
Wat gebeurt er bij een te lage bloeddruk? | - Juxtaglomerulaire cellen in de wand van het afferente arteriole (vas afferens) van de nieren reageren op een verlaagde bloeddruk door secretie renine Renine: - Geeft activering angiotensine -> vaatvernauwing (=vasoconstrictie) -> verhoogde bloeddruk - Stimulering van aldosteron -> zoutretentie |
Welke secretie/afvalstoffen van de nieren zijn er? | - Reinigende werking = clearance: hoeveelheid plasma die per minuut geheel van een stof wordt gereinigd - Afvalstoffen (ureum/kreatinine) - Medicamenten (penicilline) |
Wat is het first-pass effect bij de lever? | - Deze term gebruikt men bij de farmacokinetiek (geneesmiddelgebruik) - Wat betekent deze term? - Alles wat we binnenkrijgen gaat van de darmen direct via de portader naar de lever, dus alles komt bij de lever - Dit is belangrijk bij inname medicijnen, het kan versterkt worden door metabolisme van de lever of juist verzwakt - Sommige medicijnen mogen niet met grapefruitsap genomen worden |
Wat is de buikholte? | - Cavum peritonei is het door peritoneum beklede deel van de ruimte in de buik, daarachter ligt de retroperitoneaalruimte - In de retroperitoneaalruimte liggen de nieren en de pancreas Peritoneum (=het buikvlies) bestaat uit twee bladen: - Peritoneum parietale: bedekt de buikwand - Peritoneum viscerale: bedekt de organen Tussen de vliesjes ligt vocht om het niet te laten scheuren |
Wat is peritonitis? | - Chemische ontsteking: lekkage uit de buikorganen, maagzuur, maagperforatie - Bacteriële ontsteking: bijvoorbeeld na geperforeerde appendix - Peritonitis carcinomatosa: bij eindstadium intra abdominale tumoren: ovarium en maag - Klinisch beeld: ascites - Levensgevaarlijk |
Wat is icterus en hoe ontstaat dit? | - geelzucht is een geeloranje verkleuring van huid, oogwit en andere weefsels - het gevolg van een ophoping van bilirubine in het bloed - het heeft verschillende oorzaken: prehepatisch, intrahepatisch en posthepatisch - hemolytische icterus is een voorbeeld van prehepatische icterus, dit type geelzucht komt voor bij hemolytische anemie. - wanneer de icterus het gevolg is van een ziekte van de lever, zoals hepatitis of cirose, spreekt men van hepatische icterus. - posthepatische icterus is het gevolg van obstructie van de galwegen door bijvoorbeeld een galsteen of ontsteking van de galblaas of galwegen |
Welke virale leverziekten zijn er en hoe worden deze overgebracht? | - Hepatitis A: faecaal-orale overdracht of slechte hygiëne(riolering), wordt nooit chronisch - Hepatitis B: bloed, sperma, voorvocht, vaginaal vocht en perinataal (rond de geboorte) - Hepatitis C: bloed-bloedcontact (tatoeage, iv drugs), perinataal, seksueel overdraagbaarheid minimaal - Hepatitis E: faecaal-orale transmissie - Ziekte van Pfeiffer (het Epstein-Barrvirus) via speeksel - Lues/Syfilis - ziekte van Weil, door ratten - toxoplasmose: parasitaire infectie |
Wat is een primair levercelcarcinoom en wat een secundair? | Primair: - hepatocellulair carcinoom - komt niet vaak voor - virale hepatitis (B/C) - cirrose - aflatoxine, arsenicum (oncogene schimmels) secundair: - metastasen van vooral colon en rectum, maag, pancreas, slokdarm, long en borst |
Waardoor ontstaat bij leverfalen oedeem? | Oorzaak: - De lever niet langer in staat om een afdoende hoeveelheid eiwitten in het bloedplasma aan te maken die voor de COD moeten zorgen Oedeem: - Buik - Enkels - Benen |
Wat is toxische hepatitis? | - Alcohol - Geneesmiddelen: paracetamol: 8 à 10 gram, roacutane - Cocaine/ecstasy - Cave: alcohol in combinatie met andere middelen |
Wat is cirrose? | - Een chronische leverstoornis - Levercellen naar littekens De normale leverstructuur is nodulair vervormd door: - Necrose - Regeneratie - Diffuse toename van het bindweefsel Belangrijkste oorzaken: - Alcoholisme, medicatie, hepatitis B/C, stapelingsziekten, ziekte van Pompe/ziekte van Gaucher, billaire cirrose (primair/secundair) |
Wat is hemochromarose en de ziekte van Wilson? | Hemochromarose/ziekte van Wilson Hemochromatose: - Erfelijk (zeldzaam) - Buitensporige hoeveelheden ijzer worden opgeslagen - De lever wordt als eerste ziek gemaakt, omdat die de voornaamste opslagplaats van ijzer is Ziekte van Wilson: - = degeneratio hepatolenticularis - Autosomaal recessief (zeldzaam) - De uitscheiding van koper via de gal verminderd is - Langzamerhand vele organen vergiftigd, vooral de lever en de hersenen - Kayser-Fleischer ring rond het hoornvlies |
Welke symptomen/verschijnselen zie je bij iemand met een leveraandoening? | - Icterus = geelzucht - Portale hypertensie - Ascites - Oedeem - Stollingsstoornissen (blauwe plekken) - Levercelencefalopathie - Erythema palmare/spider naevi |
Wat is portale hypertensie? | - Te hoge bloeddruk in de vena porta en de milt - Prehepatisch: trombose vena porta - Hepatisch: levercirrose - Posthepatisch: cardiovasculaire aandoeningen in bloedvaten en rechter hartfalen - Ascites - Splenomegalie - Varices oesophagus (slokdarm spataderen) bloeding - Prominente aders op de buik (caput medusae) |
Wat is ascites? | - Te veel vloeistof in de (peritoneale) holte - Een complicatie van cirrose Ontstaan door een combinatie van twee factoren: - Portale hypertensie (ten gevolge van 90% cirrose) - Een laag niveau van het eiwit albumine in het bloed (hypoalbuminemie) |
Hoe kan de leverfunctie getest worden? | - Bilirubine - Albumine - Aminotransferases: ALAT, ASAT - Lactaat dehydrogenase: LDH - Protrombine tijd (stollingstijd) - Viraal |
Wat is een acute nierinsufficiëntie? In ontstaan, klachten en oorzaken? | - Snelle achteruitgang GFR (in uren tot dagen) - Snelle stijging kreatinine - Meestal afname urineproductie GFR = glomerular filtration rate = glomerulaire filtratiesnelheid = 180-200 liter per dag - = het totale volume voorurine dat in een gedefinieerde tijdseenheid gefilterd wordt door alle glomeruli van beide nieren - Prerenaal: lage bloeddruk 40-50 mmHg, afsluiting nierarterie, hypovolemie - Renaal: glomerulonephritis, vasculitis vaten in nier - Postrenaal: totaal of gedeeltelijke obstructie van de urineafvoerwegen door carcinoom, stenen, trauma of prostaathypertrofie - Behandeling: bestaat uit een eiwit- en zoutarm dieet en zo nodig nierdialyse. de behandeling bij acute hyperkaliëmie omvat intraveneuze toediening van stoffen die de kaliumspiegel helpen verlagen en hemodialyse |
Wat is een chronische nierinsufficiëntie? In ontstaan, klachten en oorzaken? | - Chronische vermindering van GFR - Verlies functionerend nierweefsel Oorzaken: Renaal: - DM (belangrijkste oorzaak) (behandelt met antihypertensiva, in geval van nierfalen is nierdialyse nodig) - hypertensie (behandeling met chirurgie om de onderliggende afwijkingen aan de niervaten te verhelpen (bypassoperatie, endarterectomie of angioplastiek) antihypertensiva, diuretica en een natriumbeperkt dieet) - Acute nierinsufficiëntie, pyelonefritis, polycysteuze nierziekten, congenitale nierziekten Postrenaal: - Chronische obstructie (steenlijden, prostaathypertrofie) |
Welke ziekten zouden de nieren kunnen aantasten/beschadigen? | - Nierstenen - Niertumoren - Nierbekkenontsteking - DM - Hypertensie |
Welke nierziekten zijn er? | - Aangeboren afwijkingen - Glomerulonephritis: acuut/chronisch - Nefrotisch syndroom - Nierinsufficiëntie: acuut/chronisch) - Tumoren - Aandoeningen urine wegen - Nierstenen |
Welke aangeboren nierafwijkingen zijn er? | Cystenieren - Ernstige vorm: polycystic familiaire erfelijke vorm - Niet ernstige vorm: weinig tot geen klachten Hoefijzernieren: - Onderpool van nieren zijn met elkaar vergroeid |
Wat is glomerulonephritis? | - Ontsteking van de glomeruli - Immunologisch proces, neerslaan antigeen antilichaam complex Acuut: - Streptococcen infectie: kinderen tonsillitis, roodvonk - Onderzoek: urine: hematurie, proteinurie, oligurie; bloed: stijging kreatine, ureum Subacuut Chronisch |
Wat is het nefrotisch syndroom? | Syndroom (3 verschijnselen): - Proteinurie (verlies van eiwitten met urine) - Hypoproteinemie (te weinig proteïne in bloedbaan) - Oedeem Oorzaak: lekken van eiwitten uit glomeruli - Glomerulonephritis - Secundair bij vaatbeschadiging: DM, SLE, amyloidose, M. Kahler |
Welke aandoeningen aan de urinewegen? | Infecties: - Cystitis (blaasontsteking) - Pyelonefritis (nierbekkenontsteking) - Urethritis (ontsteking van de plasbuis) |
Wat is Cystitis? | - blaasontsteking Symptomen: - Sterke urinedrang - Pijnlijke urinedrang - Frequenter urineren - Drukpijn boven de pubis - De urine troebel en ruikt onaangenaam - Soms bloed in urine Voornamelijk veroorzaakt door poepbacterie Vaker bij vrouwen vanwege kortere plasbuis |
Hoe behandel je cystitis? (blaasontsteking) | - Korte antibioticumkuur - Cranberry (veenbessen)/flavonoïden - Veel drinken - Blaas geheel leegplassen |
Wat is pyelonefritis? | - nierbekkenontsteking Symptomen: - Moeheid, koude rillingen, misselijkheid en mogelijk hoge koorts - Plotseling (soms hevige) pijn aan een of beide zijdes van de rug - Mogelijk troebele urine, of urine met een beetje bloed - Mogelijk kleine beetjes plassen en pijn bij het plassen |
Wat is urethritis? | - ontsteking van de plasbuis - Een branderig of pijnlijk gevoel bij het plassen - Onbehandelde blaasontsteking SOA: - Chlamydia - Gonorrhoe - Trichomonas |
Wat is calculusrenalis? | - nierstenen - Hematurie - Koliekpijnen - Afvloed belemmering? Oorzaken: - Te weinig urineproductie - Te veel uitscheiding van zouten in urine - De samenstelling van de urine - Een urineweginfectie (blaasontsteking) Soorten stenen: - Calciumstenen - Urinezuurstenen (jicht) - Infectiestenen - Cystine stenen |